Baby’s met een voorkeurshouding en/of afplatting van het hoofd, asymmetrische zuigeling
Een baby kan in de eerste levensmaanden een voorkeurshouding ontwikkelen, uw kindje ligt dan het grootste deel van de tijd met het hoofd naar één kant gedraaid. Aangezien baby’s na de geboorte het hoofdje nog niet in het midden kunnen houden, zal onder invloed van de zwaartekracht het hoofdje naar 1 kant vallen. Meestal gaat dit binnen enkele weken vanzelf over. Sommige baby’s blijven hun hoofd echter naar één kant draaien of houden hun hoofd stil in het midden. Dit wordt een voorkeurshouding genoemd oftewel een ‘’asymmetrische zuigeling’’. Als gevolg hiervan kan een afplatting van de schedel ontstaan, aan de kant waarop uw baby altijd ligt.
Als uw baby een asymmetrische afplatting heeft (door een voorkeurshouding naar één kant) wordt dit ‘’plagiocephalie’’ genoemd. Heeft uw baby een symmetrische afplatting (doordat uw baby meestal het hoofd in het midden heeft liggen) dan wordt dit een ‘’brachycephalie’’ genoemd. Vaak gaat dit geleidelijk weer over, maar soms ook niet of niet helemaal. Dit is geen ernstig probleem, maar het kan er minder mooi uitzien en is dus vooral een cosmetisch probleem. Om de ernst van de afplatting in kaart te brengen en te kunnen volgen, kunnen we als u wilt in de praktijk een zogenoemde ‘plagiocephalometrie’ meting doen. Het hoofdje wordt dan opgemeten met behulp van een thermoplast bandje en de resultaten van de meting zullen vervolgens met u besproken worden.
Door de voorkeurshouding op te heffen zodra deze begint op te vallen, kan de afplatting meestal worden voorkomen of verminderd. Als de voorkeurshouding blijft bestaan en adviezen niet helpen, is kinderfysiotherapeutische behandeling zinvol. Door verschillende hanterings- en positioneringsadviezen en actieve oefeningen kan ervoor gezorgd worden dat de voorkeurshouding van uw baby sneller verminderd. De adviezen zijn bedoeld om uw baby te leren het hoofd zelf afwisselend naar beide kanten te draaien en zich daardoor ook symmetrisch te ontwikkelen. Denk hierbij aan adviezen over de ligging en positie in het bedje, in de box, de commode en tijdens/na het verschonen en de voeding. Hierbij is het oefenen en opbouwen van het spelen in buikligging erg belangrijk voor uw kind. Ook zullen er adviezen gegeven worden over het optillen en dragen van uw kind.
In sommige gevallen is de voorkeurshouding heel lastig te doorbreken, het hoofdje van uw baby ligt dan niet alleen naar één kant gedraaid (rotatie) maar ook in een soort knikje de andere kant op (lateroflexie). Er kan dan sprake zijn van een ‘’Congenitale Musculaire Torticollis’’ (CMT), waarbij de afwijkende houding van het hoofdje het gevolg is van een eenzijdige verkorting van de nekspier (de sternocleidomastoideus oftwel SCM). Er zal dan meer intensieve therapie nodig zijn en uw kindje kan zonodig doorverwezen worden naar een specialist.
Bron: www.ncj.nl